Ligging : R
Op een dak gelegen station: Stations op daken voor het meten van temperatuur en neerslag dienen zo veel mogelijk te worden vermeden
Meting luchttemperatuur : D
Niet-standaardinstrumenten en/of niet-standaardstralingsscherm en/of beschutte locatie; situeringsclassificatie locatie = 1 of minder
Meting neerslag : D
Handmatig af te lezen niet-standaardregenmeter of regenmeter met kantelbakje; situeringsclassificatie locatie = 1 of minder
Meting wind : C
De windmeters zijn bevestigd aan een gebouw of muur
Index voor stadsklimaat (UCZ) : 3
Sterk ontwikkelde stedelijke zone met gemiddelde bevolkingsdichtheid met dicht op elkaar gebouwde (rijtjes-)huizen, winkels en appartementen, bijv. Vinex‑woningen
Waarneemuren : C
De dagelijkse waarden voor temperatuur en neerslag hebben betrekking op een 24 uur durende standaardperiode van middernacht tot middernacht. Dit is de standaardinstelling voor de meeste automatische weerstations