Het aardmagnetisch veld verandert voortdurend en gedraagt zich anders, afhankelijk van waar het wordt gemeten. Het aardmagnetisch veld is een vectorgrootheid en daarom moeten er drie componenten (X- noord, Y- oost, Z- verticaal) worden gemeten om de intensiteit en richting ervan volledig te definiëren.

Geomagnetische observatoria registreren het magnetisch veld van de aarde en werken samen via het wereldwijde netwerk Intermagnet.

Een geomagnetisch observatorium heeft verschillende instrumenten nodig om deze metingen te kunnen uitvoeren. Naast een "variometer" die XYZ-variaties van het aardmagnetisch veld meet, worden twee instrumenten gebruikt om deze variometer metingen te kalibreren: een Overhauser magnetometer voor de intensiteit en een DIflux instrument voor de richting (declinatie en inclinatie). Het KMI heeft jarenlange ervaring en een wereldwijde reputatie met zijn DIflux-instrumenten.