Het KMI op Antarctica – nieuwe meetcampagne

Deze winter – of deze zomer op het zuidelijk halfrond – is een onderzoeker van het KMI aanwezig op het Princess Elisabeth station op de Zuidpool in het kader van de Belgische wetenschappelijke expeditie in Antarctica (BELARE 2021-2022) georganiseerd door het Poolsecretariaat en de International Polar Foundation. Het KMI beheert verschillende wetenschappelijke projecten aan het poolstation in samenwerking met het Koninklijk Instituut voor Ruimte-aeronomie (BIRA), de Universiteit van Gent (UGent), de Katholieke Universiteit Leuven (KUL) en de Université Libre de Bruxelles (ULB).

Ter plaatse verrichten Dr. Andy Delcloo van het KMI en een collega van de UGent samen onderzoek. Ondanks de pandemie van het coronavirus, kon deze wetenschappelijke expeditie toch doorgaan, uiteraard met opvolging van alle huidige maatregelen. Na een quarantaine in Kaapstad in Zuid-Afrika, konden de twee collega's samen met andere Belgische wetenschappers aan boord van een speciale vlucht naar Antarctica reizen. Ze kwamen in de avond van 9 december toe en zullen op de poolbasis verblijven tot midden-januari 2022.

De twee collega's zullen onderzoek doen in het kader van het project CLIMB (gefinancieerd door BELSPO). Dit project heeft als doel om enerzijds de relaties tussen de verschillende aerosolen te onderzoeken en anderzijds om de aanwezigheid van zwevend organisch materiaal in de atmosfeer te bestuderen. Aerosolen zijn nodig voor de vorming van wolken die het transport van vocht naar Antarctica mogelijk maken. Neerslag in de vorm van sneeuw is de enige manier om de ijsmassa van de ijskap op Antartica te laten toenemen. Door beide samen te bestuderen, helpen deze wetenschappelijke meetreeksen om de toekomstige evolutie van de Antarctische ijskap te begrijpen in de context van de huidige klimaatverandering. De resultaten zullen informatie bevatten over de oorsprong van de aerosolen die in deze regio via atmosferisch transport toekomen en zullen de relatieve invloed van natuurlijke en antropogene bronnen van deze deeltjes voor deze regio in Antarctica bepalen.

Tijdens deze drukke weken zal er ook tijd gemaakt worden voor het onderhoud van de reeds geinstalleerde meetinstrumenten aan de poolbasis. De meerderheid van deze instrumenten werken op automatische wijze het hele jaar door – het is te zeggen, ook wanneer de poolbasis onbewoond is (tussen maart en november). Tijdens die periode worden de poolbasis en de verschillende instrumenten vanop afstand bediend.

Tijdens de zomer op het zuidelijk halfrond moet de goede werking van elk instrument nagekeken worden. Een van deze instrumenten is de Brewer spectrofotometer (zie fig. 1), die de hoeveelheid uv-straling aan de grond en de totale hoeveelheid ozon in de atmosfeer meet. Dit laat ons toe om de evolutie van het ozongat in de atmosfeer boven Antarctica op te volgen. Dit jaar heeft het ozongat niet de recordomvang van vorig jaar gehaald, maar toch was het ozongat bijna even groot. Toen de eerste ploeg in november op Antarctica is toegekomen, werden slechts heel lage concentraties aan ozon gemeten, wat betekent dat de absorptie van de uv-straling beperkt was en de uv-index tot een extreem niveau toegenomen was (zie fig. 2).

Dankzij onze waarnemingen kunnen we dus de ploegen die ter plaatse verblijven, waarschuwen over de mogelijke risico's voor de huid en de ogen.

Fig. 1 : De Brewer spectrofotometer op het dak van het Prinses Elisabeth station.

Fig. 1 : De Brewer spectrofotometer op het dak van het Prinses Elisabeth station.

Fig. 2 : De uv-index gemeten op 16 november 2021 aan het Prinses Elisabeth station.

Fig. 2 : De uv-index gemeten op 16 november 2021 aan het Prinses Elisabeth station.

Voor meer informatie

De website van de onderzoeksgroep van het KMI die hierbij betrokken is: https://ozone.meteo.be

Cookies opgeslagen